Konijn (Oryctolagus cuniculus)
Haasachtige, planteneter, groepsdier. Gewicht: 1 tot 8 kg.
Leeftijd: 8 tot 10 jaar.
De vele konijnenrassen variëren in formaat van dwergkonijn tot Vlaamse reus. Ook verschillen de rassen in kleuren, bouw en gedrag. Naast de gewone vacht zijn er speciale vachttypen als rex, angora of leeuwkonijnen. Er zijn konijnen met staande oren maar ook met hangende oren. Veel konijnen zijn kruisingen van diverse rassen.
Konijnen leven in groepen waarin een rangorde bestaat. Ze zijn vooral actief in de schemering. Konijnen graven holen om te schuilen en jongen te krijgen. Bovengronds zoeken ze voedsel, rennen en spelen ze. Ze rusten samen en verzorgen elkaars vacht.
Het konijn is een groepsdier, houd hem met tenminste één ander konijn.
De koppeling van twee konijnen moet voorzichtig en stap voor stap worden aangepakt. Zie licg.nl voor tips. Combineer een konijn liefst niet met een cavia. Ze begrijpen elkaar niet goed, hebben ander voer nodig en kunnen ziektes op elkaar overdragen.
Konijnen moeten in hun verblijf languit in de breedte van het verblijf kunnen liggen, op hun achterpoten kunnen staat en 3 tot 4 hoppen kunnen maken. Daarnaast moeten ze kunnen rennen. Zorg dat ze elkaar ook kunnen ontlopen.
Binnenverblijf: Een basisverblijf van een grote kooi en/of grote ren met daarnaast meerdere uren per dag loslopen of in een ren (min. 4m2 voor dwergjes), of een basisverblijf met continu toegankelijke losloopruimte. Zie voor maten het advies op pagina 2. Zorg voor een veilige ruimte zonder snoeren of giftige planten.
Buitenverblijf: Een hok met een tochtvrij, waterdicht nachthok en een grote ren (min. 4m2 voor dwergjes). Zie het maatadvies op pagina 2. Zet een konijn niet in zijn eentje buiten, hij zal eenzaam zijn en zich moeilijk warm houden. Konijnen moeten vanaf de zomer buiten leven om een wintervacht op te bouwen. Zorg ‘s zomers voor schaduw.
Bodembedekking: strooisel op basis van maïs, papier, stro of hennep met daarop stro of hooi. Konijnen zijn zindelijk, het is aan te raden om toiletbakjes te gebruiken.
Gebruik daarin nooit klompvormende kattenbakkorrels, die geven verstopping. Inrichting: meerdere schuilplaatsen, drinkbakjes en voerbakjes, wisselend speelgoed.
Geef dagelijks schoon water en voer, haal voedselrestjes weg en verschoon de toiletbak. Maak wekelijks het hok schoon.
Konijnen houden niet van optillen. Pak een konijn niet in zijn nekvel en ondersteun hem goed, want als hij spartelt kan hij zijn rug breken. Zie licg.nl voor instructies. Houd de nagels bij en controleer de voortanden. Langharige konijnen moeten minstens wekelijks gekamd en soms geknipt worden. Kam andere konijnen als ze in de rui zijn.
Het konijn heeft vezelrijk, plantaardig voer nodig. Vers hooi is de basisvoeding en moet altijd aanwezig zijn. Het zorgt voor het onderhoud van gebit en darmen. Geef dagelijks nieuw hooi en daarnaast een klein beetje droogvoerkorrels (liefst geen gemengd voer) en groenten. Wen het konijn heel langzaam aan nieuwe groenten zodat hij geen darmproblemen krijgt. Niet elke groente is geschikt. Geef takken van wilg, hazelaar of fruitbomen om te knagen. Geef geen knaagsteen, daarmee krijgen de dieren teveel mineralen binnen.
Goede voeding, genoeg beweging en weinig stress zijn belangrijk voor de gezondheid van het konijn. Veelvoorkomende aandoeningen zijn gebitsproblemen en darmproblemen. Laat uw konijnen vaccineren tegen de besmettelijke, dodelijke ziekten myxomatose en RHD(VHD)1&2. Slechte eetlust, afwijkende ontlasting, sloomheid of een slechte vacht zijn tekenen van ziekte. Raadpleeg een dierenarts en wacht niet te lang. Zeker als het konijn niet wil eten kan snel behandelen van levensbelang zijn!
Voor het verantwoord houden van konijnen is geen speciale ervaring nodig, maar het zijn geen gemakkelijke huisdieren. Bereid u goed voor en lees de bijsluiter.
Let bij aanschaf goed op gezondheid, volwassen formaat en geslacht van de dieren. Konijnen mogen wettelijk vanaf een leeftijd van 6 weken naar een nieuwe eigenaar. Eenmalige kosten: konijnen, hok met inrichting, ren, eventuele castratiekosten.
Terugkerende kosten: voer (hooi, droogvoer, groente), bodembedekking, speelgoed, vaccinaties en onverwachte dierenartskosten.