Vogelgroep Prachtvinken (Estrildidae)
Zangvogels (maar geen goede zangers), zaadeters. Lengte: 7-14 cm, afhankelijk van soort.
Leeftijd: 5-9 jaar, afhankelijk van soort.
Er zijn ongeveer 140 soorten prachtvinken. Bekende prachtvinken zijn de gouldamadine, de zebravink, de rijstvogel en het Japans meeuwtje. Van sommige soorten zijn er ondersoorten of speciale mutaties.
Prachtvinken lijken op elkaar qua lichaamsbouw en gedrag, maar er zijn grote verschillen in kleur en aftekening.
Prachtvinken leven van nature in Afrika, Azië en Australië. Ze leven in bossen, op savannes en steppen. De meeste prachtvinken leven met één of meerdere soortgenoten, sommige soorten zijn solitair of leven in groepen met andere vogelsoorten.
Houd prachtvinken het liefst in een grote volière, zodat ze ook kunnen vliegen. Sommige soorten, zoals de zebravink, kunnen altijd in een buitenverblijf (met nachthok) leven. Er zijn ook soorten die, in ieder geval in de winter, beter binnen gehouden kunnen worden.
Zoek van tevoren uit of de soort van uw keuze wel of niet samengehouden kan worden met andere soortgenoten of met andere soorten vogels. Voorkom kruisingen.
Buitenvolière:
Afmetingen afhankelijk van aantal dieren. Maximaal 6 dieren per m2 bij vreedzame soorten. Daarnaast is een tocht- en vorstvrij nachthok nodig van 1 m2 voor maximaal 15 vogels. Zorg dat de volière hoog genoeg is om in te staan.
Inrichting: beplanting, vogelbadje, drink- en voerbakjes, zitstokken, nestkastjes of slaaphokjes. Altijd meer nestkastjes dan dat er paartjes zijn, zodat ze kunnen kiezen. Bodembedekking: droog metselzand of beukensnippers. Bij bodembroeders (Orthygospiza soorten) is een zanderige bodem met wat begroeiing zoals pollen gras en andere beschutting noodzakelijk.
Kamervolière of huiskamerkooi:
Minimaal 80x40x40cm (lxbxh) voor 2 prachtvinken, voor de grotere soorten minimaal 120x40x50cm. Groter is beter. Per extra vogelpaar 25-50% extra grondoppervlak, afhankelijk van het temperament. Zorg dat er genoeg ruimte is om te kunnen vliegen om te voorkomen dat de vogels te dik worden. Zorg ook voor voldoende verse lucht, maar voorkom tocht. Geef minstens 12 uur (dag)licht, gebruik een daglichtlamp. Plaats de vogels niet in de felle zon en niet naast een verwarming.
Inrichting: nestkastje of slaaphokje, voldoende zitstokken van verschillende diktes, bijvoorbeeld natuurlijke takken. Eet- en drinkbakjes, badje.
Bodembedekking: beukensnippers, schelpenzand of bodemmateriaal uit maïs.
Zorg voor een veilige omgeving. Sommige soorten hebben extra verzorging nodig, bijvoorbeeld het bijknippen van snavel of nagels. Als hanteren nodig is, werk dan rustig en lees in de bijsluiter hoe u de vogel het best kunt vangen en vasthouden. Verschoon de volière regelmatig. Reinig de zitstokken en vervang de bodembedekking. Reinig het badje, de voer- en drinkbakjes dagelijks.
Voer zaadmengsels voor tropische vogels, aangevuld met ei- of krachtvoer. Met alleen zaden kunnen er tekorten ontstaan. Gebrek aan daglicht kan ook tekorten geven. Het is daarom verstandig om pellets toe te voegen. Als extra aanvulling kunt u groenvoer, trosgierst en insecten geven. Nigrita en Parmoptila soorten eten vooral insecten. Ook jongen worden vooral met insecten gevoerd. Zorg altijd voor vers water, grit als mineralenbron en maagkiezel om de zaden in de maag te kunnen vermalen.
Tekenen van een zieke vogel zijn bol zitten, een afwijkende ontlasting, vermagering of juist vervetting (door een te kleine huisvesting). Houd prachtvinken in een rookvrije ruimte. Ze zijn gevoelig voor vergiftiging door dampen, ook van bijvoorbeeld pannen met anti-aanbaklaag of geurkaarsen. Sommige aandoeningen kunnen dodelijk zijn. Ga bij tekenen van ziekte direct naar een vogeldierenarts.
Voor het verantwoord houden van veel soorten prachtvinken is ervaring met volière vogels nodig. Er zijn ook soorten die geschikt zijn voor beginnende vogelhouders.
Let bij de aanschaf goed op gezondheid van het dier. Er zijn vele soorten prachtvinken, daardoor is er veel prijsvariatie. Een gesloten pootring bewijst dat een vogel in gevangenschap is geboren. De olijfastrilde, rijstvogel en gordelamadine staan op bijlage 2 van CITES en mogen alleen verhandeld worden met een gesloten pootring en bewijs van herkomst.
Eenmalige kosten: aanschafkosten afhankelijk van soort. Daarnaast kosten voor kooi of volière en inrichting daarvan.
Terugkerende kosten: bodembedekking, voer, grit, eventueel daglichtlampen en verwarming.